Dreamteam
29/4/21
Ik zit erbij en ik kijk ernaar. Recht voor mij zitten ze: mijn longarts dokter Sprankel en mijn nieuwe cardioloog dokter Okidoki. Helemaal in het echt, er zit geen computerscherm of telefoonlijn tussen.
Ik voel me benauwd en beroerd en aangezien artsen er onlangs bij mij op hamerden dat ik eerder aan de bel moet trekken wanneer ik gezondheidsklachten heb, heb ik maar eens naar ze geluisterd.
Mijn ‘noodoproep’ werkte, want dr. Sprankel belde mij in no time op na mijn gestuurde e-mail. Een uur later kon ik vandaag al een rondje ‘Ziekfabriek’ doen: de longfunctietest, de longfoto en een afspraak op de poli.
Het ziekenhuis ziet er nog steeds uit als een ‘Coronafort’, maar het vertrouwde gevoel op de voor mij bekende afdelingen is gelukkig onveranderd gebleven.
Terwijl ik vertel over mijn lichamelijke klachten, pakt dr. Okidoki de telefoon om mijn nefroloog dr. Simsalabim te bellen voor overleg. Dr. Okidoki heeft mijn gegevens nodig en zegt: ‘Marlous, een echte patiënt kent z’n patiëntnummer uit z’n hoofd’. Uiteraard kan ik dat nummer zonder nadenken opdreunen.
Twee van mijn artsen recht voor me en eentje telefonisch op afstand erbij; beter had ik het me niet kunnen wensen. Na al die zorg op afstand bevestigt dit moment dat wat ik al dacht: ik ben geen zorg op afstand-type. Ik wil mensen zien, in het echt.
De zoektocht naar een voor mij goede cardioloog heeft eindeloos geduurd. Ik was ervan overtuigd dat cardiologen en ik geen goede combinatie zijn, maar voor mijn neus wordt toch echt het tegendeel bewezen. Ik wist het eigenlijk al wel hoor, maar dr. Okidoki is net zo menselijk als dr. Sprankel en dr. Simsalabim.
Mensen die mij begrijpen, maar die ikzelf ook perfect begrijp. Mijn God, wat is dat prettig.
Na het bedenken van een plan om mijn lichamelijke toestand te verbeteren loop ik met dr. Okidoki de spreekkamer uit naar de liften op weg naar de uitgang.
We lopen samen pratend nog een stuk door het ziekenhuis. Dr. Okidoki richting zijn afdeling en ik op weg naar mijn auto.
Deze dag geeft mij weer het gevoel dat er in Coronatijd óók nog voor mij als patiënt zónder Corona ruimte is. Een gevoel dat ik het afgelopen jaar weleens kwijt was en dolgraag weer terug wilde.
Vanaf nu is mijn agenda weer meer gevuld met ziekenhuisafspraken. Ik betrap mezelf erop dat ik in tegenstelling tot de periode vóór Corona, nu zelfs blij ben met de afspraken waarvoor ik naar het ziekenhuis moet komen.
Op het moment dat dr. Okidoki links de hal inloopt, pak ik met een gerustgesteld gevoel de lift aan de rechterkant. ‘Ja, het is zo ver’ denk ik meteen, terwijl ik in de lift sta die mij naar beneden brengt, ‘Dr. Sprankel, dr. Simsalabim én dr. Okidoki; mijn Dreamteam is eindelijk compleet’.