Je bent chronisch ziek en sommigen denken dat je daardoor ‘natuurlijk veel vrienden bent verloren’ ‘Nou eigenlijk niet’ denk ik dan. Er zijn uiteraard wel wat mensen uit mijn leven verdwenen, maar dat heeft niets te maken met mijn lichamelijke toestand. Soms besluit ik zelf een vriendschap te verbreken, omdat mijn door de operaties gewonnen tijd kostbaar is en ik geen energie meer wil stoppen in mensen waar ik allesbehalve blij van word. Dat doe ik ‘in stijl’ d.m.v. een ‘afscheidsbrief’. Hoe heerlijk dramatisch, maar vooral enorm bevrijdend om mijzelf te verlossen van mensen die mij niet het beste gunnen.
Ik wens een grens
‘Joh je zag er echt niet uit die eerste tijd na de longtransplantatie. Je had zo’n gek gezicht. Die wangen van je. Die zaten zo, ik weet niet, gek, hahahaha’
Terwijl je vertelt over hoe je over mijn uiterlijk dacht, kijk ik je aan. Ik laat je uitpraten, terwijl ik het eigenlijk niet om aan te horen vind.
Ik blijf maar rustig, want we zijn uit eten en dat doe ik altijd voor de lol. Laten we dat ook maar proberen zo te houden.
Ik zou nu moeten ingrijpen, maar ik doe het niet. Je kwetst me, maar je hebt het vast niet eens door. Ik houd van directheid, maar daar zit wel een grens aan. En die grens ben je zojuist overgegaan.
Ik laat het maar gaan, want ik wil geen drama.
Twee maanden later zitten we weer in een restaurant. Zoals altijd, want jij bent mijn uit-eten-gaan-vriendin.
Je begroet me door te zeggen dat ik er weer ontiegelijk degelijk uitzie. De manier waarop je het zegt geeft mij niet het gevoel dat het een compliment is, maar zo is het natuurlijk ook niet bedoeld.
Ik laat het maar gaan, want ik wil geen drama.
We hebben het aan tafel over de liefde. Zoals vaker.
Jij hebt het over je relatie en ik heb het over het, afgezien van mijn nergens naartoe leidende liefde-op-afstand-gedoe met een uit het verleden opgedoken Spaanse liefde, ontbreken ervan in mijn leven.
‘Weet je wat jij moet doen?’ zeg je.
‘Jij moet op dat Second Love. Je weet wel, die datingsite met die mensen die al een relatie hebben’.
Terwijl ik je verbaasd aankijk vertel je verder: ‘Dat is ideaal voor mensen zoals jij, want die mensen daar hebben geen verwachtingen’.
Het komt goed uit dat we aan het eten zijn en ik mijn mond al moet openen om een hap naar binnen te krijgen, maar anders zou mijn mond ook wel vanzelf zijn opengevallen.
Ken je dat, van die momenten waarop je denkt: ‘Hoor ik het nou goed?!’ Zo’n moment waarop je zoiets geks hoort, dat je twijfelt of je het wel goed hebt opgevangen?
Het stukje ‘voor mensen zoals jij’ blijft bij me hangen.
Uit deze woorden lijk ik te begrijpen dat je vindt dat er nu een speciale ‘vijver’ is waar ik uit zou moeten gaan vissen. Ik dacht dat met de nieuwe longen en de nieuwe nier kwaliteit aan mijn leven was toegevoegd, maar als ik jou hoor vind je dat ik in waarde ben gedaald.
Je kwetst me, maar ik laat het maar gaan, want ik wil geen drama.
We hebben een tijd minder contact, want je bent zwanger. Ik bied je mijn hulp aan, want het zwanger zijn en werken kost natuurlijk veel energie en tijd. Ik bied je aan om te helpen met kleine klussen. Je kunt als vriendin vast goed inschatten wat haalbaar voor me is, want je weet natuurlijk dat ik niet omkom in de energie en kracht. Je stuurt me een mail met oneindig veel opdrachten. Of ik je hele website wil regelen, alle teksten wil schrijven en of ik nog even wat heen en weer wil rijden naar wat uithoeken van het land om zware spullen voor je op te halen. Misschien had ik ook wel duidelijker moeten zijn, maar ik geef meteen aan dat dit iets teveel van het goede is. Je toont geen begrip, want je vindt dat ik dit wel moet kunnen doen.
Ik zeg niets, ik laat het maar gaan, want ik wil geen drama.
Na een babybezoek zie ik je op mijn verjaardag.
Ik heb je uitgenodigd voor een lunch met al mijn vriendinnen. Mijn lieve vriendinnen die stuk voor stuk anders zijn. Die ik allemaal zo liefheb. Die geen vaste vriendengroep vormen, maar die bij elkaar gekomen altijd een perfecte combinatie is. Je bent er nooit bij geweest, maar nu ik naar je kijk en zie hoe je je gedraagt, snap ik meteen waarom.
Je gedrag is opmerkelijk, maar ik laat het maar gaan, want ik wil geen drama.
Kort hierna denk ik over je na. Ik besluit je een mail te sturen. Een mail om de vriendschap voorgoed te verbreken. Jaren vriendschap gepropt in een tekst ter grootte van nog niet eens één A4-tje.
Ik laat je gaan, want ik heb geen zin meer in drama.
​
​
​