top of page
  • YouTube - Black Circle
  • Instagram - Black Circle
  • LinkedIn - Black Circle
  • Facebook - Black Circle

Anders dan de anderen

  • macdeneree
  • 6 mei
  • 3 minuten om te lezen


Ik ben in het Dordrechts museum, mét de Nerée vóór de Nerée.

Mijn broer heeft een groot deel van onze familie bij elkaar weten te krijgen voor een expositie van de kunstenaar Carel de Nerée tot Babberich, waar velen logischerwijs nog nooit van hebben gehoord, want de beste man is in 1880 geboren.


Ik kijk wat rond in de expositiezaal waar ik sta en mijn oog valt als eerste op een tekst op de muur: ‘Carel de Nerée tot Babberich, anders dan de anderen. Different from the others’.


Ik bekijk wat werken van deze Carel en combineer dat met praten met wat verrassend leuke familieleden die ik lang niet heb gezien of naar mijn idee zelfs vandaag pas voor het eerst in mijn leven zie en spreek.

Ik zie altijd op tegen dit soort sociale bijeenkomsten met veel mensen, maar in de praktijk blijkt het altijd onverwachts gezellig te zijn.


Na her en der een gesprek met wat familieleden, komt er ineens een oudere vrouw op me afgelopen. Het is de vrouw die me eerder op de dag zonder oogcontact te maken bijna omver kegelde bij haar zoektocht naar een zitplaats voor de korte lezing, terwijl ik op het punt stond te gaan zitten en nog even bleef staan met het idee haar dag te zeggen.

Ze is familie en ik weet vaag wie ze is en ik heb haar in mijn leven vast weleens ontmoet bij een bruiloft, begrafenis of familiereünie, maar ik geloof niet dat ik die herinneringen heb opgeslagen.


‘En jij bent?’ vraagt ze mij op een hautaine toon, nadat ze zich langs wat mensen heeft gewurmd om bij me te komen.

‘Dag, ik ben Marlous’ zeg ik terwijl ik haar een hand geef.

‘Oh, JIJ bent dat zorgenkind’ hoor ik haar zeggen na het uitspreken van haar naam.

‘Ja, ik heb het natuurlijk allemaal gevolgd via Maarten, maar nu weet ik wie je bent’.

‘Wat heb ik een goed imago’ reageer ik meteen op haar opmerkelijke binnenkomer.

‘Het is toch zo?’ vraagt ze.

‘Ik kan me inderdaad voorstellen dat mijn vader en andere mensen zich weleens zorgen om mij hebben gemaakt’ antwoord ik, omdat ik vermoed dat ze dat bedoelt met haar laatste opmerking.

‘Maar je ziet er zo ontzettend mooi uit, je ziet helemaal niet dat je van alles mankeert’ hoor ik haar vervolgens zeggen, terwijl ze me uitvoerig observeert en het ongemak van deze situatie afspat.

‘Ik beschouw het maar als een compliment’ weet ik snel te bedenken als reactie.

Ik heb weleens gelezen dat de ‘filter’ bij mensen boven de veertig minder goed werkt. Blijkbaar hebben sommige mensen na de zeventig helemaal geen ‘filter’ meer.


Ik ben best goed in het stellen van vragen en het op gang houden van een gesprek, maar daar heb ik op dit moment helemaal geen zin in, dus dat doe ik dan nu ook niet. Net op het moment dat ik denk dat ze doorloopt om met anderen te gaan praten stelt ze nog uit het niets de vraag waar ik de grootste hekel aan heb: ‘Wat doe je voor een werk?’

‘Oh dat kan ik je vertellen. Ik doe alleen maar waar ik blij van word’ geef ik als cryptisch antwoord in de hoop haar af te poeieren, omdat ik niet van plan ben om iets los te laten over mijn leven.

‘Heel goed, dat doe ik ook’ zegt ze.

Ik merk aan alles dat ze wil doorvragen, maar ik word godzijdank gered door haar lieve kleindochter die naast haar komt staan en ik kan aanspreken en die duidelijk niet op haar oma lijkt.

Na vandaag weet ik het zeker: Carel de Nerée tot Babberich, die is zeker niet de enige in de familie die anders is dan de anderen…



 
 
 

Comments


bottom of page