top of page
Zoeken
  • macdeneree

De 3e ronde

‘Wanneer is eigenlijk het moment dat je weer aan de nierdialyse moet?’ vraag ik aan mijn nefroloog dr. Simsalabim, die ik aan de telefoon heb om de bloeduitslagen van het bloedprikken de dag ervoor te bespreken. Ik praat graag in de tweede persoon en soms zelfs in de derde persoon als het over een moeilijk onderwerp als dit gaat, om het zo een iets algemener verhaal te laten lijken en vooral te laten voelen, terwijl het natuurlijk toch echt over mijzelf gaat.


We bespreken mijn nierfunctie, die niet zo goed is. Een slechte nierfunctie kunnen we het eigenlijk wel noemen. Dat is voor mijzelf geen nieuwtje, want de nierfunctie van mijn donornier doet al jaren niet wat ik wil en wat hij hoort te doen. Ook al antwoord ik altijd dat het ‘goed’ gaat wanneer je mij vraagt hoe het met mij gaat, is dat misschien niet altijd de realiteit. Een stabiele nierfunctie betekent in mijn geval; ‘stabiel kut’, zoals ik het altijd op een chique manier zeg.

Ik heb wellicht mijn grenzen wat verlegd, want zolang ik me beter voel dan toen ik nog Pulmonale Hypertensie had, voordat ik in 2012 de dubbele longtransplantatie onderging, vind ik al snel dat het geweldig gaat met me, terwijl de bloeduitslagen anders beweren.


Alhoewel ik mijzelf heel vaak heb afgevraagd of de slechte nierfunctie van mijn donornier mijn eigen schuld is, valt het gewoon onder de noemer ‘pech’, daar waar een groot gedeelte van mijn inmiddels gigantisch lange medisch dossier ook onder valt.

Bij elke bloedafname hoop ik op een wonder en hoop ik dus dat de nierfunctie ineens fantástisch is. Maar zoals velen ook wel weten is hoop vaak niet meer dan een uitgestelde teleurstelling.


De vraag over de nierdialyse wil ik eigenlijk helemaal niet stellen, omdat het er zo eentje is waarvan ik het antwoord liever niet wil weten. En toch stel ik ‘m, omdat ik er al zolang mee rondloop.

Nadat dr. Simsalabim mij een korte uitleg geeft van het moment van starten met dialyseren, vraagt hij onverwachts: ‘Hoe denk je over een nieuwe niertransplantatie?’ Terwijl ik had verwacht dat dit soort nieuws zou inslaan als een bom, gebeurt juist bijna het tegenovergestelde. Één van de gaven van dr. Simsalabim is dat hij slecht nieuws kan brengen alsof hij geweldig bericht heeft. Ik houd ervan.

Nog een gave van dr. Simsalabim is dat de timing van dit soort pittige gesprekken altijd perfect lijkt te kloppen. Alsof hij precies weet in te schatten wanneer ik toe ben aan zo’n gesprek. Het is niet te vroeg, niet te laat, maar precies op het juiste moment.


Na het horen van deze vraag voel ik me gek genoeg opgelucht. En dat is wonderlijk, want het vooruitzicht van een tweede niertransplantatie en zelfs mijn derde orgaantransplantatie is natuurlijk op zich geen cadeau. Wellicht is het hebben van opties wanneer het niet zo goed gaat toch best wel een geruststellend idee.

‘Weer een transplantatie’; ik laat dit idee heel even op me inwerken.

Of ik zin heb in weer een transplantatie? Nee. Ik heb geen zin in wéér zo’n traject, dat niet alleen lichamelijk loeizwaar is, maar mentaal ook een hele opgave is.

De manier waarop dr. Simsalabim het nieuws brengt, klinkt een nieuwe niertransplantatie ineens als een zeer aantrekkelijke optie. Zeker als ik bedenk dat een nieuwe transplantatie het opnieuw naar de nierdialyse moeten zou kunnen voorkomen, want die 5 jaar dat ik aan de nierdialyse heb gezeten, waren niet mijn prettigste jaren als ik er zo aan terugdenk.


‘Laat ik het maar doen’ is mijn enige conclusie, waarna dr. Simsalabim voordat we ophangen zegt: ‘Kom op Marlous, we gaan ervoor hoor’. ‘We’ zegt hij. En zó is het, want ik ervaar het al járen; bij de afdeling nefrologie doe je het samen en nooit alleen.





330 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

Faamnaam

bottom of page