Dokter Dermadrama
- macdeneree
- 6 dagen geleden
- 4 minuten om te lezen
De arts loopt de spreekkamer binnen waar ik al samen met mijn vriend in gesprek ben met de vriendelijke vrouwelijke dermatoloog en ik kom er meteen achter dat de 7-secondenregel klopt.
Ken jij deze regel? Het betekent dat de eerste indruk binnen 7 seconden wordt gevormd.
Ik weet niet of het nou door zijn houding komt of door wat hij zegt, maar nee, dit is er denk ik niet eentje voor mijn ‘Dreamteam’, mijn eigen gemaakte selectie van lievelingsartsen die ik in de afgelopen 22 jaar heb verzameld.
Wellicht is deze man een verdomd goede arts, maar ik vind hem erg afstandelijk, bot, kil en zakelijk overkomen. Na al die jaren dat ik als patiënt rondloop in het ziekenhuis, kan ik nog steeds niet goed omgaan met artsen die zo zijn. Hij is een contrast met de artsen van mijn Dreamteam, die ik stuk voor stuk omschrijf als lief, gezellig, attent, meelevend, vrolijk en grappig.
Het helpt niet mee dat ik er zojuist achter ben gekomen dat de vriendelijke vrouwelijke dermatoloog mijn dossier voor deze belangrijke afspraak niet heeft gelezen, maar de arts die binnen komt lopen met een houding alsof ik een misdadiger ben die daar zit voor een verhoor, zorgt ervoor dat ik een ietwat opstandige houding aanneem.
Ik kom hier vandaag voor een operatie aan mijn hoofd. Ik blijk huidkanker te hebben. Je zal mij nooit betrappen op de opmerking: ‘Waarom ík’, maar een ‘Jezus, wat nú weer’ spreek ik weleens uit op het moment dat er weer een nieuwe diagnose op me afkomt.
Hartstikke leuk en aardig al die nieuwe organen, maar door de afweeronderdrukkende medicatie krijg je er ook weleens zomaar van alles bij cadeau waar je niet op zit te wachten, waaronder dus huidkanker. De arts denkt daar blijkbaar anders over dan ik, want die lijkt te bepalen dat de huidkanker op mijn hoofd is veroorzaakt door zonneschade en lijkt te stellen dat het door mij teveel en onverstandig zonnen de enige oorzaak is.
Ik ben het niet met hem eens, maar ik houd maar wijselijk mijn mond.
De artsen geven aan dat de operatiewond op mijn hoofd na de ingreep zo groot zal zijn dat ze het niet goed zullen kunnen hechten en dat ze mij met een deels open wond naar huis willen sturen. Alsof deze mededeling nog niet genoeg is meldt de mannelijke arts mij, zonder enige emotie, dat een groot deel van mijn haar op mijn achterhoofd weg moet worden geschoren voor de operatie, waardoor ik met een half kaal hoofd naar huis zal worden gestuurd.
Ik had me toch wat anders voorgesteld van deze afspraak vandaag. Ik word nogal overvallen door deze heftige informatie waar ze me van te voren totaal niet op hadden voorbereid, maar waarvan ze doen alsof het doodnormaal is.
Er is in die 22 jaar dat ik in ziekenhuizen kom veel veranderd in de zorg. Zeker ook op een goede manier. Het enige wat ik me blijf afvragen is waarom er nog steeds artsen zijn die zo gevoelloos, afstandelijk en zakelijk zijn, terwijl lief en empathisch zijn is dat waar er behoefte aan is. Ik wil niet het gevoel hebben gestraft te worden voor mijn gezondheid. Ik wil worden vertroeteld en liefdevol worden verteld dat het wel goedkomt allemaal. Ik wil artsen die luchtige grappen maken om het bikkelharde ziekenhuisleven wat aangenamer te maken. Ik hoef niet als VIP behandeld te worden, maar ik zou het wel fijn vinden als artsen het beste voor mij als patiënt zouden willen doen en niet voor zichzelf. Ik vraag me af of deze operatie niet wat zorgvuldiger kan, zodat ik er wat minder geschonden uitkom.
Na al een jaar met veel tegenslagen, pijn, verdriet en onzekerheid is zojuist door de laatste mededeling mijn mentale emmer overgelopen.
Een ‘kleine’ kortsluiting in mijn hoofd zorgt ervoor dat ik plotseling opsta van mijn stoel, boos zeg dat ik er hélemaal klaar mee ben, en aangeef dat ik er zonder operatie vandoor ga.
Zonder nadenken loop ik de spreekkamer uit.
Vanuit de spreekkamer loop ik vastberaden richting de uitgang van het ziekenhuis. Halverwege de grote gang besef ik dat ik zowel mijn vriend als mijn handtas heb achtergelaten in de spreekkamer. Zonder die twee kan ik dus geen kant op. ‘Lekker gedaan Marlous’ zeg ik tegen mijzelf met een klein lachje, vanwege mijn niet doordachte actie die mij eigenlijk niet helemaal verrast.
Het duurt niet lang of mijn vriend komt achter me aan.
Schaamteloos barst ik in de grote hal in de drukte in janken uit zodra mijn vriend mij vastpakt. Ach ja, wat kan het schelen. Als je ergens mag janken dan is het wel in een ziekenhuis, toch?
Mijn vriend weet me weer mee te lokken naar de afdeling, waar de artsen me opwachten.
Boos weglopen is natuurlijk niet de meest sjieke manier, maar al snel merk ik dat het toch resultaat heeft om op die manier je grenzen aan te geven, want de artsen die ik vandaag tref concluderen door mijn onverwachte reactie dat ik voor deze ingreep beter op mijn plek zal zijn bij de MOHS-klinieken en dat de geplande operatie vandaag niet doorgaat. De MOHS-klinieken gebruikt Mohs-chirurgie, een weefselsparende techniek, waardoor de cosmetische consequenties tot een minimum zijn beperkt.
De uitspraak over de MOHS-klinieken is voor mij als een toverspreuk. Dankzij de artsen van de Ziekfabriek beland ik anderhalve week na de ‘mislukte afspraak’ van een ‘ijsbad’ in een ‘warm bad’.
De MOHS-klinieken blijkt de allerfijnste plek te zijn waar ik ooit als patiënt ben geweest. Het is een plek waar je gehoord en begrepen wordt. Waar jouw wensen tellen en je uiterlijk en je gevoel wél belangrijk zijn. Een afspraak bij de MOHS-klinieken heeft meer weg van een gezellig bezoek aan goede vrienden, dan een afspraak voor een ellendige operatie. Met een keurig gehecht hoofd, minimaal weggehaald weefsel, een intact gebleven kapsel, zonder huidkanker én met een enorm goed gevoel verlaat ik na een halve dag de kliniek. Ja, zo kan het dus ook.
Maar even iets anders hè. De onzichtbare patiënt ben ik mijzelf toch ooit gaan noemen? Zal ik dat onderhand niet veranderen in de opstandige patiënt? Ik denk dat die naam nu ook wel goed bij me past.








Goed zo Marlous! De weerbare patiënt staat je ook goed denk ik. Liefs, ook aan Frank en Tommie.