Ho!Stop!
De screening voor een nieuwe niertransplantatie is zo goed als afgerond en ik ben min of meer klaar om op de wachtlijst voor transplantatie te worden gezet, maar ineens geeft alles in mij aan dat ik dit niet wil.
Als je mijn nierfunctie bekijkt, dan lijkt het zo logisch om na een longtransplantatie gevolgd door een niertransplantatie, nu wéér voor een niertransplantatie te gaan.
Gadverdamme, ik heb daar zo geen zin in. Tja, wie wel eigenlijk?
De cijfers geven aan dat het niet goed gaat, maar opmerkelijk genoeg ervaar ik dat zelf helemaal niet zo.
Ik vind zelfs dat ik nu met een slechte nierfunctie meer kan en doe dan met de goede nierfunctie de eerste jaren na de niertransplantatie.
Ik maak voor mijzelf even de balans op. Wanneer ik uitreken hoeveel tijd ik kwijt ben geraakt aan patiënt zijn en gelijkertijd bedenk hoeveel ik heb kunnen genieten van het leven als de Marlous die ik wil zijn, dan trek ik meteen de conclusie dat dat nog niet helemaal lekker in evenwicht is. Nee, ik vind dat de verloren tijd nog niet voldoende is gecompenseerd.
Pas de laatste tijd heb ik het gevoel dat ik alles behoorlijk op de rit heb. Ik ben toch zo lekker aan het leven. Al die jaren van ‘stilstand’ haal ik in door alleen nog maar te doen waar ik blij van word. Ik heb ook nog eens de mazzel dat ik nu de juiste fijne mensen om mij heen heb die exact diezelfde instelling hebben.
Na alle onderzoeken te hebben gehad en net voordat ik op de wachtlijst kan worden gezet, geef ik mijn nefroloog dr. Simsalabim mijn twijfels aan.
En natuurlijk begrijpt mijn arts mijn twijfels, ik had eigenlijk ook niet anders verwacht van een arts uit mijn ‘Dreamteam’.
Prachtig al die technieken om levens te verlengen, maar ik heb ook al ervaren dat succes niet gegarandeerd kan worden.
Wat staat er op mij te wachten bij een tweede niertransplantatie? Het vooruitzicht van een onzekere tijd door het weer wachten op het onbekende houdt me tegen. Ik ben bang om het leven wat ik nu heb, daar waar ik zeer tevreden mee ben, te verliezen.
Met de vrijheid die ik nu heb, zie ik op tegen het weer afhankelijk moeten worden van hulp.
Het idee van weer wachten op andermans dood om wellicht zelf langer te kunnen blijven leven staat me tegen. En over het lange herstel na zo’n operatie wil ik al helemaal niet nadenken.
Orgaandonatie wordt door velen ‘The Gift of Life’ genoemd, maar zo’n derde transplantatie voelt voor mij momenteel nog als het ‘cadeau’ dat ik helemaal niet wil hebben.
Terwijl de hele wereld om mij heen in spanning lijkt te wachten op het moment dat ik meld dat ik officieel op de wachtlijst sta voor een nieuwe nier, gooi ik na een goed gesprek in samenspraak met dr. Simsalabim het hele plan om.
Nog geen wachtlijst en nog geen transplantatie, want we doen even niets. We kijken aan wat de nierfunctie doet.
Ik wil nog niet op de wachtlijst voor een nieuwe nier, ik wil vrijheid en een beetje extra leef-tijd, precies zoals ík het wil.
En heus, ooit kom ik me in het ziekenhuis melden voor de wachtlijst voor een niertransplantatie.
Ooit. Maar ooit is niet nu.
Comments