Augustus 2021
Daar zitten we weer, ik met mijn denkbeeldige rugzak gevuld met zorgen in de wachtkamer van de poli longziekten van het ziekenhuis.
We zijn de laatste tijd wat zwaarbeladen. Die hele Coronatijd deed me al weinig goeds, maar de uitslag van het onderzoek naar antistoffen na het Coronavaccin heeft me bijna in een wanhopige toestand gebracht. Twee keer geprikt zijn, maar geen antistoffen hebben voelt onveilig, net zo onveilig als vóór het krijgen van het vaccin.
De wachtkamer ziet er verlaten uit. Ik twijfel even of ik de afspraak wel goed heb begrepen, want zo’n lege wachtkamer is best bijzonder.
Aan de balie vraag ik voor de zekerheid of mijn afspraak wel klopt, maar hij is inderdaad vandaag. Gelukkig maar, want ik heb me erop verheugd. Dat is natuurlijk vrij opmerkelijk, want er zullen weinig mensen zijn die zich verheugen op een bezoek aan een ziekenhuis.
Eigenlijk verheug ik me altijd op een afspraak met dr. Sprankel, niet alleen, omdat het een ontzettend aardige man is, maar ook zeker vanwege het feit dat je meestal in betere toestand het ziekenhuis verlaat dan dat je binnen bent gekomen. De lieve man beweert longarts te zijn, maar stiekem speelt hij een dubbelrol; hij is longarts en psycholoog in één.
Ik zou hem geen longarts noemen, maar luchtarts. Dr. Sprankel zorgt ervoor dat je lucht krijgt, letterlijk én figuurlijk.
Na kort wachten komt dr. Sprankel mij uit de wachtkamer ophalen. Vrolijk kijkend als altijd.
‘Zo, je bent natuurlijk eindelijk gevaccineerd’ is het eerste wat hij zegt.
‘Ja, maar je hebt vast in mijn dossier gezien dat ik geen antistoffen heb aangemaakt?’ antwoord ik met een teleurstellend klinkende stem.
Terwijl ik een heftige reactie verwacht waaruit zal blijken dat hij zich zorgen maakt hierom, zegt dr. Sprankel koeltjes alsof het de normaalste zaak van de wereld is: ‘Joh, maar we weten helemaal niet of het wel om de antistoffen draait’.
Zijn ontspannen reactie verbaast me, maar geeft mij wel meteen een goed gevoel.
Ik kom voor de controle van mijn longen, maar door alle paniek rondom Corona en het vaccin, is dat onderwerp gevoelsmatig wat naar de achtergrond verdwenen.
18 jaar ken ik dokter Sprankel al en in al die jaren is er nog nooit een moment geweest dat hij me geen gevoel van hoop kon geven, zelfs niet op het moment dat ik op het gebied van Pulmonale Hypertensie uitbehandeld was en nieuwe longen de enige optie bleek te zijn om te blijven leven.
Of ik de enige ben die hij altijd hoop weet te geven? Welnee, deze arts heeft een enorme fanclub die hij blij maakt. De fanclub van deze arts is zo groot, dat de fanclub van Frans Bauer vergeleken deze fanclub geen bal voorstelt.
Na wat te hebben gesproken over mijn longfunctie, komt het onderwerp vaccin weer tevoorschijn.
Ik vertel dat ik me zorgen maak. Ik ben bang voor Corona. Al sinds de dag dat ik er voor het eerst over las. Dat was in januari 2020. Ik weet nog dat ik voor gek werd verklaard, toen ik mensen zei dat ik even geen handen meer zou schudden en niemand meer gedag zou zoenen.
Niet veel later werd het de norm.
Ik vertel hoe ik me min of meer tot aan het vaccin van de buitenwereld heb afgezonderd, om er maar voor te zorgen dat ik geen Corona zou krijgen. Ik vond het vreselijk. Deze manier van leven vind ik niet meer vol te houden, laat ik dr. Sprankel weten. Als een psycholoog laat hij me uitpraten.
Misschien had ik wel verwacht dat hij me zou waarschuwen voor Corona. Dat hij me zou vertellen dat ik nog langer zo krampachtig zou moeten leven, vanwege het niet hebben van antistoffen. Maar nee, hij doet het tegenovergestelde. ‘Marlous, ga leven. Ga niet thuis zitten afwachten. Gewoon handen wassen en afstand houden. Mocht je Corona krijgen, dan bel je ons, dan kom je hier naartoe en dan maken wij je weer beter’.
Het voelt als zijn zoveelste toverspreuk. Eentje die weer helpt.
Ik laat mijn denkbeeldige met zorgen gevulde rugzak voor de zoveelste keer achter in de spreekkamer van mijn arts. Hoeveel emotionele bagage zou men daar in zijn hele werkcarrière al hebben achtergelaten?
Na de afspraak loop ik bijna zwevend van opluchting naar de uitgang.
Met een totaal ander gevoel stap ik in de lift weer naar beneden: ‘Steengoed plan dr. Sprankel, ik ga weer leven’.
Comments